De digitale leeromgeving biedt drie adaptieve leerroutes in plaats van één route voor de hele klas. Hierbij vormt de doorlopende leerlijn de basis (leerroute B). Als de leerling de stof moeilijk vindt, krijgt hij extra uitleg (leerroute A) en als hij het juist makkelijk vindt, is er extra uitdaging (leerroute C).
De leerroutes zijn herkenbaar aan onderstaande symbolen:
- A: De leerling krijgt meer herhaling en uitleg;
- B: Startpunt;
- C: De leerling krijgt meer uitdaging.
Als docent bepaal je zelf of je gebruik wil maken van deze automatische differentiatie; je kunt *leerroutes aan en uit zetten.
Is de score lager dan 55 procent, dan komt de leerling in leerroute A terecht en krijgt hij extra hulp. Haalt hij een score tussen de 55 procent en 80 procent, dan blijft hij in leerroute B. Haalt hij een hogere score dan 80 procent, dan komt de leerling in leerroute C en krijgt hij extra uitdaging.
Bij sommige methoden (talen) wordt de leerroute bepaald aan de hand van de instaptoets.
Kan de leerling alle opdrachten bekijken?
Leerlingen kunnen zelf op ‘Zie alles’ klikken. Ze krijgen dan alle opdrachten van het onderdeel te zien en kunnen zelf kiezen welke ze maken, en in welke volgorde.
Wisselen kan op elk moment met de knoppen bovenaan het opdrachtenmenu. Scores blijven daarbij altijd bewaard.
Let op: Kies je voor de optie om de leerroutes handmatig uit te schakelen, dan hebben de leerlingen de keuze niet meer om te wisselen tussen de leerroutes of alles zien. Zij krijgen dan alle opdrachten aangeboden.
*Leerroutes aan- of uitzetten
Dit kan alleen als er nog geen enkele leerling aan de paragraaf is begonnen. Leerroutes staan standaard ingeschakeld. Leerlingen moeten de opdrachten dan in een vaste volgorde maken. Wil je dat je leerlingen alle opdrachten kunnen zien en ze in elke volgorde kunnen maken? Zet dan de leerroutes uit. Dat doe je als volgt:
- Ga naar de paragraaf waarvoor je leerroutes wil uitschakelen;
- Ga naar het tabblad 'Resultaten';
- Klik op de drie puntjes rechts bovenin het scherm, naast de knop ‘Samenvatting bekijken’;
- Kies ‘Leerroutes aan/uit’;
- Kies voor welke leerlingen je de leerroute aan of uit wilt zetten. Of doe dit voor de hele klas;
- Bevestig je keuze.
Na het uitzetten van de leerroutes zien de leerlingen alle opdrachten uit alle routes onder elkaar. Ze kunnen dan zelf bepalen in welke volgorde ze de opdrachten ze maken.
Het kan lijken alsof de leerroutes op hoofdstukniveau niet zijn ingesteld. Dit komt doordat niet alle paragrafen, bijvoorbeeld de hoofdstukopening, leerroutes hebben. Als de leerroute aan of uit is gezet op hoofdstukniveau en het is daar niet zichtbaar, is het op paragraafniveau wel zichtbaar of de leerroutes voor die paragraaf aan/uit staan.
-
Wanneer aan/uit?
De leerroutes kunnen alleen aan of uit worden gezet als er nog geen enkele leerling is begonnen aan de paragraaf waarvoor u de leerroutes aan/uit wilt zetten; -
Opdrachten in volgorde
De opdrachten moeten in de gegeven volgorde worden gemaakt om de leerroutes optimaal te laten werken. -
Opdrachten overslaan of in willekeurige volgorde maken
Dit kan alleen als de leerroutes uit staan.
Als een leerling voor ‘alle onderdelen’ kiest in het menuutje linksboven bij een paragraaf, worden de leerroutes uitgeschakeld. Dan maakt de volgorde niet uit. Als de leerroutes aan staan, moet een leerling alle theorie en opdrachten voor een wissel doorlopen hebben, anders kan het systeem niet bepalen wat de vervolgopdracht voor de leerling moet zijn.